Hoe blijf je als jeugdzorgprofessional in balans tijdens de coronacrisis? Met nuttige en leuke activiteiten: van goody bags met sportattributen, zonnige vakantiegroeten, een fotowedstrijd tot directie-optredens. Algemeen directeur/bestuurder Marianne Sinot en teammanager Siepie van der Horst van het Friese Regiecentrum Bescherming en Veiligheid zijn geïnterviewd door het Platform Arbeidsmarkt Jeugdzorg –Jeugdzorg Werkt. Regiecentrum deelt drie waardevolle tips. 

Siepie van der Horst (links) en Marianne Sinot (rechts)

Het bruist van de activiteiten bij Regiecentrum Bescherming en Veiligheid (Veilig Thuis, Jeugd- en Gezinsbescherming en Expertisecentrum). De werkgroep Werkdruk en Werkplezier tekent daarvoor. Geïnspireerd door alle 260 medewerkers stond werkplezier al langer op het programma: voedingstips, omgaan met stress, traplopen, stoelmassages op de werkvloer, yoga, stadswandelingen en interessante sprekers voor de jaarlijkse happening in de Leeuwarder schouwburg. En toen kwam corona.

Tip één: ‘Besteed vooral nu volop aandacht aan werkplezier’

Het virus gooit roet in het eten. Maar de werkgroep – een dwarsdoorsnede van de organisatie – laat zich niet uit het veld slaan, verzekert Marianne Sinot (rechts op de foto). En heeft sinds de uitbraak haar aandacht naar medewerkers verdubbeld. ‘Met allerlei acties, maar wel binnen de huidige mogelijkheden. Bovendien doseren we het aanbod zo, dat er elke week wel iets valt te genieten. Zoals onze fotowedstrijd in april met thuiswerken als thema. Hoofdprijs: een Fitbit Smartwatch, zo’n slim klokje om de conditie bij te houden.’

Er rolt een berg inzendingen in de mailbox: een collega met de laptop op schoot, naast een enorme beer. Een ander achter een in hoogte verstelbare strijkplank als sta-bureau. Maar ook iemand met de kinderen op de kledingkast als decor. De Hemabon voor een appeltaart voor Pinksteren en de ansichtkaart van de directie in vakantieoutfit valt ook in de smaak. Net als het filmpje van beide bestuurders over het coronaproof hoofdkantoor, voegt Marianne Sinot toe: ‘We acteerden vooral hoe het allemaal niet moest: verkeerde afslag, tegen te klok in. Natuurlijk met een knipoog gemaakt, maar ook met een serieuze boodschap. De looplijnen staan symbool voor de gedragslijnen, waaraan iedereen zich moet houden.’

Tip twee: ‘Houd elkaars handen vast en communiceer nog meer dan je gewend bent’

Ook de huidige activiteitenkalender loopt al aardig vol. Tijdens de recente Week van het Werkgeluk ontving elke medewerker een mooie kaart, inclusief klavertjes vier zaadjes. Er staan webinars op de rol, een workshop met een yogalerares en digitale vrijdagmiddagborrels: gezellig met z’n allen voor het scherm en proost! Want vergeet niet: er mag ook gelachen worden. Volgens teammanager administratie Siepie van der Horst (links op de foto) heeft alle aandacht ook een positieve uitwerking op de onderlinge teamband tijdens het werk. ‘Niet voor niets communiceren we dagelijks via e-mail en intranet. In het begin stuurden we na de persconferenties een uitgebreid bericht met de impact op het werk. Nu heeft elke manager minstens een keer per week contact met alle teamleden. Om te checken wat speelt: hoe bevalt thuiswerken? Is het toch nodig bezoekers op kantoor te ontvangen? Wat kunnen we voor jou betekenen?’

Tip drie: ‘Niemand weet hoe lang deze ellende gaat duren, dus denk ook alvast na over de toekomst’

Een enquête tijdens de zomer onder de medewerkers leverde een respons van tachtig procent én een schat aan informatie op. Van de impact van deze tijd op werkdruk en werkplezier, de voor- en nadelen van thuiswerken, tot de communicatie met collega’s en leidinggevenden en toekomstverwachtingen. De dikke acht voor het management qua aandacht en communicatie vormt een extra stimulans alle suggesties en opmerkingen daadkrachtig op te pakken: bijvoorbeeld over thuiswerken. Dat bevalt. Maar Marianne Sinot plaatst toch een kanttekening: ‘Als een jeugdbeschermer wordt bedreigd tijdens een zwaar gesprek via beeldbellen, dan dreunt dat diep door in het privéleven. Helemaal als je dochtertje van drie rondloopt en jij na afloop huilend in de bank zakt. Op zo’n moment mis je ook de collega’s. Eigenlijk wil ik niet dat mijn mensen die gesprekken thuis moeten voeren. Daarvoor zoeken we nog een goed alternatief.’