Waarom bleef het oorverdovend stil na het inzicht dat jeugdzorg niet anders dan anders heeft gehandeld bij gezinnen gedupeerd door de toeslagenaffaire? Dat vraagt Gerard Akkerman, toezichthouder in de jeugdzorg, zich af.

Nadat het CBS eerder slechts cijfers zonder context presenteerde over de relatie tussen uithuisplaatsingen van kinderen en gedupeerden van de toeslagenaffaire, volgde twee weken terug eindelijk de nuance van datzelfde CBS. Namelijk dat die causale relatie er niet is, althans niet in de zin dat schulden een vinkje opleveren en direct zouden leiden tot uithuisplaatsingen.

Uit het onderzoek in opdracht van de Inspectie van Justitie en Veiligheid blijkt nu dat de kans op een uithuisplaatsing of andere beschermingsmaatregel bij gedupeerde gezinnen niet hoger is dan bij gezinnen met dezelfde kenmerken die niet geraakt zijn door de Belastingdienst. Het gaat namelijk om die kenmerken, zoals lage inkomens, eenoudergezin zijn, slechte huisvesting, verslaving en ggz-problematiek, waardoor onveilige situaties voor kinderen kunnen ontstaan.

Uiteindelijk beslist de kinderrechter

Schulden leveren vaak een hoop extra stress op die de situatie kunnen verergeren, maar zijn nooit de enige reden om een kind uit huis te plaatsen. De jeugdzorg heeft dat steeds geprobeerd duidelijk te maken, maar kreeg niet echt de kans. De jeugdzorg heeft een doel: kinderen beschermen in onveilige situaties. Het streven is gezinnen zo lang mogelijk bij elkaar te houden. Soms is de situatie zo bedreigend, dat uithuisplaatsing de enige optie is. Daar gaan zorgvuldige afwegingen aan vooraf met verschillende partijen. Uiteindelijk beslist de kinderrechter.

Na de correctie van het CBS zat ik in ieder geval vol verwachting te wachten op wat komen ging, maar het bleef oorverdovend stil. Geen nuance, geen excuus, geen nadere duiding. Intussen krijgen de werkers in de jeugdzorg keer op keer alle kritiek over zich heen. Terwijl ze heel zwaar werk doen, elke dag met dilemma’s te maken krijgen, gaan voor de veiligheid van het kind en daarbij vaak zelf worden bedreigd, niet zelden met de dood. Toch gaan ze door, met passie, omdat er helaas kinderen en gezinnen zijn die hen echt nodig hebben. Dat zouden we moeten koesteren.

Wat gebeurt er als straks niemand meer dit werk wil doen?

Als je de verhalen en omstandigheden kent waaronder kinderen soms moeten opgroeien, dan ben ik dankbaar dat er mensen zijn die dit werk dag in dag uit willen doen. Maar het wordt ze niet makkelijk gemaakt en het wordt steeds moeilijker om ze te vinden. Juist dat is een grote bedreiging voor het kwetsbare kind. Want wat gebeurt er als straks niemand meer dit werk wil doen?

Bron: Trouw, 15 november 2022